Artikel: Gek word ik van dat stemmetje!

 

Jordi’s gedrag op school is verergerd. Hij weigert al het werk, reageert niet op vragen en gaat veel onder zijn stoel zitten. Terugkijkend op de afgelopen therapiesessie herinner ik me dat Jordi zegt: ‘Ik word gek van het stemmetje in mijn hoofd dat telkens zegt dat ik het niet kan.’


Ik begrijp dat het negenjarige Jordi allemaal te veel is geworden en dat hij niet anders meer kan dan vluchten en werk weigeren. Ik besluit de ‘toverkoffer’ klaar te zetten die hem kan helpen in contact te komen met zijn gevoel en om te gronden.
Bij binnenkomst reageert Jordi enthousiast op de koffer die in de ruimte staat. ‘Wat is dat? Mag ik die openmaken?’ Even later liggen er allemaal gekleurde zakjes op de grond. Jordi legt alle zakjes in een grote kring op de vloer. Op blote voeten lopen we samen over de zakjes met rijst, steentjes, kastanjes en zand heen. Jordi vult het verder aan met allerlei andere materialen: ‘Die kan je ook goed voelen.’ Het fijnst voelt voor Jordi het prikkelkussen en de vloer voelt het vervelendst.


Tijdens het opruimen vraag ik Jordi hoe zijn week was. ‘Het was een prutweek’, meer wil hij er duidelijk niet over vertellen. Hij wil zijn favoriete zelfbedachte spel ‘wolvenjagertje’ spelen. Telkens voegt Jordi nieuwe regels toe in zijn voordeel. ‘Weer een nieuwe regel?’ vraag ik. En dan, na de zoveelste nieuwe regel, ga ik in protest. ‘Ik kan daar niet tegen, zoveel nieuwe regels!’ Ik verstop mezelf onder een mat en blijf daar roerloos liggen. Jordi komt naar mij toe en roept ‘Conny, Conny, Conny!’ Ik vertel hem: ‘Mijn hoofd raakt in de war en ik kan ook niet meer denken nu!’ Jordi zegt: ‘Ik maak er drie regels van.’ Maar ik kreun en doe mijn handen voor mijn oren. ‘Ok. Twee regels maar, goed?’ vraagt Jordi. Langzaam kom ik onder de mat vandaan. ‘Drie regels, ok?’ zegt Jordi. Kreunend duik ik weer onder de mat. ‘Drie? Eerst zei je twee en nu weer drie!’ Dan trekt Jordi de mat weg. Ik kijk op naar hem en zeg: ‘Wat moet ik nou doen? Waar kan ik nu rustig worden? Heb jij dat ook weleens Jordi, dat er te veel regels zijn?‘ Jordi zucht: ‘Ja, heel vaak!’ ‘Hoe word jij dan rustig?’ Jordi wijst naar het prikkelkussen en zegt: ‘Ga daar maar op staan’.


We pakken de bak met verkleedspullen. De opdracht is om daar iets van te gebruiken om dan als een ander terug te komen… en te bluffen. Iets wat je zelf moeilijk vindt, is voor dat karakter een makkie! Jordi kiest een handschoen. Hij loopt nu stoer en zelfverzekerd rond: ‘Ik kan alles! Ik ben Jim! Haha, wat een makkie zeg!’ Wonderlijk genoeg maakt hij de 3D- puzzel snel en goed! Terwijl Jordi de handschoen weer uittrekt vertelt hij: ‘Jim is een jongen uit mijn klas
die alles kan.’ ‘Jordi, hoe voelde dat om Jim te zijn?’ ‘Best lekker, net alsof ik alles dan wel kan!’ Jordi gaat nog even op het prikkelkussen staan en diep zuchtend zegt hij: ‘Ik ben blij dat ik, net als Jim, ook iets goed kan!’ Met het prikkelkussen te leen onder zijn arm, loopt hij vervolgens zelfverzekerd richting zijn moeder.

 

het lichaam en psychisch functioneren

 

Conny Hagen is psychomotorisch kindertherapeut en werkt in haar eigen praktijk. Zij geeft therapie aan kinderen met gedrags- en/of ontwikkelingsproblematieken, en aan kinderen die last hebben van bepaalde gebeurtenissen. Haar motto is: ‘Kinderen in hun kracht zetten’.

 

Link: www.connyhagen.nl

 

Bron: TCC Magazine NFG (de-nfg.nl)

 

fotolia 100739842bew